Vandaag een ijzersterk stuk in Trouw van filosoof Sabrina Coninx. Zij stelt dat de zoektocht naar lichamelijke oorzaken van chronische pijn vaak meer kwaad dan goed doet. Zij pleit voor een pijnvriendelijke maatschappij die het lijden op andere manieren verlicht. ‘In ons land hebben we een diepgewortelde overtuiging dat pijn wijst op een fysieke afwijking bij zowel mensen die pijn ervaren als de medici en andere behandelaren waarmee zij in contact komen. Deze overtuiging leidt tot een soort Odyssee, een queeste naar de lichamelijke oorzaken van pijn. Dus gaan mensen van scan naar bloedtest naar scan en nog een scan. Bij de meeste mensen boven de dertig vind je al snel afwijkingen in het lichaam als je lang genoeg zoekt. Alleen houden die niet altijd verband met de pijn. Deze vruchteloze zoektocht vergroot in veel gevallen het lijden, door frustratie en een gebrek aan controle. “Gelukkig is er lichamelijk niets mis”, kan de pijnervaring van een patiënt bagatelliseren.’
Ik herken dit in mijn praktijk. Mensen hebben vaak al een heel traject achter de rug bij verschillende specialisten voordat ze in mijn praktijk terecht komen. Een client verwoordde het onlangs heel treffend: ik ben altijd bezig met mezelf te repareren, alsof ik met mijn pijn niet goed genoeg ben. Pijn voortkomend uit trauma of rouw ís niet weg te poetsen, we mogen een manier vinden om te leven met die pijn. Therapie kan helpen een zinvol leven vorm te geven mét de pijn. Dit is verre van makkelijk maar biedt wel perspectief en hoop.
