Vandaag liep ik met een van mijn cliënten door het bos. Het had net geregend, de bomen druppelden nog na, het rook fris, het groen was nog groener, er was veel lucht. Dat deed mijn cliënt zichtbaar goed. We spraken over de vraag of je je als kind ooit op een gelijkwaardige volwassen manier tot je ouders kunt verhouden. Als kind wil je geliefd, gezien en gewaardeerd worden door je ouders. De loyaliteit gaat ver, zo ook de neiging je te moeten verantwoorden voor je keuzes. Wanneer houdt dat verantwoorden op? Wanneer is het genoeg? Wanneer kun je het omdraaien en hardop uitspreken dat jouw ouders iets aan jou te verantwoorden hebben? Mijn cliënt kon dat vandaag prachtig verwoorden, het maakte hem lichter en ik mijmer er nu over na… hoe verhoud ik me als volwassen kind tot mijn ouders?
Met mijn 45 jaar vind ik het nog steeds heerlijk om te horen dat mijn ouders trots op me zijn of vinden dat ik iets goed heb gedaan. Ik trek me hun mening aan en heb tegelijkertijd een punt bereikt waarop ik ervaar dat ik niet in alles hetzelfde hoef te zijn, dat ik een eigen pad bewandel. Ik besef: ik ben wie ik ben dankzij en ondanks mijn ouders.
Familieverbanden