Cultuurfilosoof en onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam Maarten Coolen schreef afgelopen week in Trouw over burn-out. Ik deel zijn visie voor een groot deel. Hij schrijft dat bij een burn-out iemand existentieel is opgebrand, dat het niet langer lukt om overeind te blijven en de eigen identiteit vorm te geven.
In voorbije jaren werd je identiteit bepaald door het dorp waaruit je kwam, of de beroepsgroep waarin alle leden van jouw familie zich begaven, of de religieuze kleur van je gezin. In de huidige, meer individualistische, maatschappij vallen al dit soort logische identiteitsbepalers weg en mogen mensen zichzelf vormgeven. Dat biedt een enorme vrijheid en palet aan mogelijkheden. Echter, in die enorme vrijheid kun je ook verstrikt raken bijvoorbeeld doordat je je teveel laat beïnvloeden door wat anderen van je willen.
In mijn ervaring is een burn-out een oproep tot wakker worden aangaande jouw eigen identiteit en de manier waarop je je leven leeft. Het lichaam geeft allerlei signalen af die niet langer te negeren zijn: je bent vermoeid, hebt geen overzicht meer en kunt onverklaarbare huilbuien hebben. Tijd om te reflecteren op jouw leven en werk. Ben je wie je wilt zijn? Kun je de stem van je hart horen, durf je die te volgen of loop je aan de leibanden van je verantwoordelijkheidsgevoel? In mijn praktijk help ik je jouw identiteit vorm te geven, zodat je vanuit Ik-sterkte het leven kunt leven op een manier die bij jou past. Het kan heel louterend zijn om jouw levenswaarden te bekijken en te reflecteren op jouw unieke Ik.